14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | IFZ2002/715M, Stcrt. Nr 186.
De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit de regeling toegelicht, die met Duitsland is getroffen voor toepassing van het verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing over Nederlandse bloemenhandelaren met een vaste inrichting in Duitsland. Vaste inrichtingVoor een detailhandelaar is sprake van een vaste inrichting wanneer hij een vast verkooppunt heeft in Duitsland. Dat kan een winkel zijn, maar ook een verkooppunt in een warenhuis of een vaste standplaats op een markt. Voor groothandelaren komt daar nog bij de afhankelijke vertegenwoordiger, die in dienst van de groothandelaar een vaste route rijdt om afnemers te bezoeken en bloemen te verkopen. Het afleveren van bloemen en planten, die bij de Nederlandse hoofdvestiging zijn gekocht, of het rijden van een vaste route door de ondernemer zelf levert geen vaste inrichting op.WinsttoerekeningAls er geen vaste inrichting in Duitsland is vindt geen winsttoerekening aan Duitsland plaats.Is er een afhankelijke vertegenwoordiger, dan wordt de totale operationele winst van de onderneming gesplitst naar rato van de omzet in Duitsland en de omzet in en vanuit Nederland. Winst en omzet van andere vaste inrichtingen dan in Duitsland blijven buiten de verdeling. Van deze gesplitste winst wordt de helft toegerekend aan Duitsland en de helft aan Nederland.Is er een vaste inrichting in Duitsland, dan wordt van de gesplitste winst 75% aan Duitsland en 25% aan Nederland toegerekend.Nederland verleent voor de aan Duitsland toegerekende winst een vermindering volgens de vrijstellingsmethode met progressievoorbehoud.