14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AF9629 Zaaknr: 00/01614
Onder de wet IB 1964 waren kosten, die gemaakt werden in het kader van de uitoefening van de dienstbetrekking, de zogenaamde beroepskosten, aftrekbaar. Tot die beroepskosten behoorde niet het gedeelte van de kosten van tijdelijke huisvesting in een hotel, dat een naar de Antillen uitgezonden ambtenaar van de belastingdienst zelf moest betalen. Ook de kosten van een retourvlucht naar Nederland in verband met de geboorte van een kleinkind behoorden niet tot de beroepskosten. De aftrek van beide uitgaven werd evenmin verleend op grond van het gelijkheidsbeginsel. De ambtenaar had zich beroepen op de regeling voor uitgezonden militairen. Voor militairen gold een vergelijkbare eigen bijdrage in de hotelkosten. Militairen hadden recht op vergoeding van een reis naar Nederland als de uitzending tenminste 4 jaar duurde. De belastingambtenaar in deze procedure was voor een periode van 3 jaar uitgezonden en verkeerde dus niet in een gelijke positie als de defensieambtenaren, die recht op vergoeding hadden.