Richtlijnen vermindering boete bij overschrijding redelijke termijn

19 december 2008 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJNBD0191,42763

De Hoge Raad heeft de gevolgen van een overschrijding van de redelijke termijn in strafzaken voor de hoogte van de boete aangepast in een arrest van 17 juni 2008. De Hoge Raad doet dat nu ook voor de rechtspraak in belastingzaken. In het arrest hanteert de Hoge Raad bij overschrijding van de redelijke termijn de volgende uitgangspunten. 1. De Hoge Raad oordeelt in volle omvang over de overschrijding van de redelijke termijn als gevolg van het tijdsverloop na de uitspraak waartegen beroep in cassatie is ingesteld. 2. De vermindering van de boete is afhankelijk van de mate waarin de redelijke termijn is overschreden. Als de redelijke termijn met niet meer dan zes maanden is overschreden wordt de boete verminderd met 5%. Bij een overschrijding van de redelijke termijn met meer dan zes maar minder dan twaalf maanden wordt de boete verminderd met 10%. De vermindering kan in deze gevallen niet meer bedragen dan € 2.500 terwijl geen vermindering wordt toegepast als de boete minder bedraagt dan € 1.000. Als de redelijke termijn met meer dan twaalf maanden is overschreden zal de Hoge Raad naar bevind van zaken handelen. In een geval waarin de overschrijding van de redelijke termijn iets meer dan twaalf maanden bedroeg beperkte de Hoge Raad de vermindering van de boete tot 10%.