14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJNAZ8386, BK 339/04
Iemand had als werknemer van een Nederlands bedrijf gedurende een aantal jaren in Ethiopië gewerkt en gewoond. In die periode werd voor deze werknemer ongeveer ƒ 30.000 aan pensioenpremie gestort bij het pensioenfonds van zijn werkgever. De pensioenpremie was in Ethiopië niet aftrekbaar voor de loon- of inkomstenbelasting. De pensioenuitkering is steeds volledig belast geweest. De vraag was of dit terecht is geweest. De uitkeringsgerechtigde bepleitte de toepassing van de saldomethode (uitkeringen pas belast wanneer het totaal van de uitkeringen het totaal van de betaalde premies overtreft) omdat er sprake zou zijn van een onzuivere pensioenregeling. Hof Leeuwarden stelde vast dat de pensioenregeling volgens de destijds geldende maatschappelijke opvattingen een zuivere pensioenregeling was. Dat betekende dat op de uitkeringen de saldomethode niet van toepassing was, maar dat de uitkeringen geheel belast waren. Met een beroep op het gelijkheidsbeginsel, en dan met name op de meerderheidsregel, kon de saldomethode toch worden toegepast. De inspecteur had namelijk in 31 van 37 gevallen van oud-collega’s die ook in Ethiopië hadden gewerkt en bij de opbouw van hun pensioenrechten geen belastingfaciliteit hadden genoten de saldomethode toegepast. De inspecteur voerde aan dat de toepassing van de saldomethode in die gevallen niet het gevolg was van gecoördineerd beleid. Gezien het aantal gevallen was er volgens het Hof wel degelijk sprake van beleid.