28 oktober 2005 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AU5147, 39338
Hof Den Bosch merkte een verzekeringsconstructie aan als een kapitaalverzekering, die tegen betaling van een koopsom was gesloten. De constructie bestond uit een kapitaalverzekering met een hoge eerste premie en lagere vervolgpremies. De belastingplichtige betaalde de eerste premie uit eigen middelen. De vervolgpremies werden betaald uit de uitkeringen uit een saldolijfrente, die tegelijkertijd met de kapitaalverzekering was gesloten. Voor een kapitaalverzekering tegen koopsom gold geen vrijstelling van vermogensbelasting en evenmin gold een vrijstelling in de inkomstenbelasting voor het rentebestanddeel in de uitkering. Onder de Wet IB 2001 valt een dergelijke verzekering in box 1 en is het rentebestanddeel in de uitkering belast. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het Hof bevestigd. Tussen beide polissen bestond zoveel samenhang dat zij terecht als een verzekering werden aangemerkt. Beide polissen waren gebaseerd op dezelfde beschikbare koopsom en door dezelfde verzekeringsmaatschappij met gelijke ingangsdatum afgegeven, terwijl ook de looptijden op elkaar waren afgestemd. De belanghebbende was in beide polissen verzekeringnemer, verzekerde en begunstigde.