14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AT0810, 03/01439
De successiewet bevat een bepaling op grond waarvan schenkingen, die in een tijdsverloop van twee jaren door dezelfde schenker aan dezelfde begiftigde worden gedaan, worden samengeteld tot één schenking van het gezamenlijke bedrag. Deze bepaling moet het onbedoelde gebruik maken van een vrijstelling en het ontgaan van de progressie in het tarief tegengaan. In een aan Hof Arnhem voorgelegde casus paste de inspecteur deze bepaling niet correct toe. Het ging om een stichting familiefonds die in 2001 en 2002 schenkingen vrij van recht deed aan een aantal begunstigden. Het familiefonds deed aangifte voor het schenkingsrecht. De inspecteur ging bij de vaststelling van de aanslagen schenkingsrecht 2002 voor de in 2001 ontvangen schenkingen uit van het tarief en de vrijstellingen van 2001. Volgens het Hof vorderde de inspecteur zo via een omweg na over 2001. Daarmee paste de inspecteur de bepaling onjuist toe. De schenkingen van 2001 en 2002 mochten uitsluitend bij elkaar worden opgeteld om het ontgaan van progressie en het onbedoelde gebruik maken van een vrijstelling in 2002 tegen te gaan.