23 december 2005 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2005/2731M
De Staatssecretaris van Financiën heeft een aantal besluiten over subjectieve vrijstellingen, de fictieve kostenaftrek en de vorming van een herbestedingsreserve in de vennootschapsbelasting samengevoegd en geactualiseerd. De oorspronkelijke besluiten zijn in verband daarmee vervallen. De wet kent een vrijstelling onder voorwaarden voor lichamen waarbij een algemeen maatschappelijk belang of een sociaal belang op de voorgrond staat. Verder staat de wet, eveneens onder voorwaarden, toe dat bepaalde kosten en uitkeringen die verband houden met een algemeen maatschappelijk of sociaal belang aftrekbaar zijn. Daarnaast kent de wet de mogelijkheid van de vorming van een herbestedingsreserve. Dit besluit bevat de beleidsregels van Financiën ter zake. De staatssecretaris heeft aangegeven dat er geen inhoudelijke wijziging van bestaand beleid is beoogd. Wel bevat het besluit een tweetal nieuwe beleidsstandpunten. Zo kan ook een NV of BV onder de vrijstelling vallen mits is voldaan aan de in het Vrijstellingsbesluit daaraan gestelde eisen. Voorwaarde voor toepassing van de vrijstelling voor lichamen met een overwegend maatschappelijk of sociaal belang is het ontbreken van een winststreven. Daaraan is voldaan als het overschot niet hoger is dan het in het Vrijstellingsbesluit opgenomen maximum. Daarbij mag rekening gehouden worden met de fictieve kostenaftrek. De fictieve kostenaftrek geldt niet als sprake is van ernstige concurrentieverstoring. Voor de beoordeling van het begrip "ernstige concurrentieverstoring" zijn de aard en de omvang van de activiteiten en de wijze van deelname aan het economische verkeer van belang. Deze beoordeling blijft achterwege wanneer een lichaam geen beroep doet op de fictieve kostenaftrek.