Samenvoeging en actualisering besluiten over omzetbelasting bij leasing

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2006/2847M, Stcrt. nr. 24

De minister van Financiën heeft de besluiten over de heffing van omzetbelasting bij leasing samengevoegd en geactualiseerd in verband met wijzigingen in de btw-regelgeving per 1 januari 2007, wijzigingen in de bpm per 1 februari 2007 en jurisprudentie van het Hof van Justitie EG. Leasing kan inhouden de levering van een goed of het verrichten van een dienst. Bij financial lease zal meestal sprake zijn van een levering. Wanneer is afgesproken dat de lessee de eigendom van een goed uiterlijk verkrijgt bij de betaling van de laatste termijn, is sprake van huurkoop. Huurkoop is een vorm van levering. De minister keurt goed dat de terbeschikkingstelling van een goed wordt beschouwd als een levering, mits: - de lessor is gevestigd in een andere lidstaat van de Europese Unie; - volgens het recht van deze lidstaat de terbeschikkingstelling van een goed geldt als levering; - de lessor factureert als ware er een levering; - de lessee de factureringswijze aanvaardt. Wanneer geen sprake is van een levering dan geldt de leasing als een dienst. Het is mogelijk dat de lessor aan de lessee naast de levering van een goed een dienst verricht bestaande uit het verlenen van krediet. De lessor moet het rentebestanddeel van de leasetermijnen dan afzonderlijk in rekening brengen, waarbij het rentebestanddeel over een bepaalde periode is berekend tegen een overeengekomen rentepercentage. Kredietverlening is een vrijgestelde prestatie. De uitoefening van een koopoptie door de lessee aan het eind van de leaseperiode is geen levering omdat de beschikkingsmacht al bij het aangaan van de leaseovereenkomst is overgedragen. Het niet uitoefenen van de koopoptie is een onbelaste teruglevering omdat de lessee daarvoor geen vergoeding ontvangt. Als de leasing een dienst is moet de lessor over iedere leasetermijn, inclusief rente, omzetbelasting afdragen. Uitoefening van een koopoptie aan het einde van de leaseperiode is in dit geval wel een levering. Bij de leasing van personenauto’s wordt de bpm meestal verwerkt in de leasetermijnen. De bpm die de importeur of de fabrikant aan de leasemaatschappij doorberekent vormt een doorlopende post. De minister heeft goedgekeurd dat de bpm die de leasemaatschappij aan de lessee doorberekent eveneens als een doorlopende post wordt beschouwd. Daarbij gelden de volgende voorwaarden: a. het leasecontract heeft een looptijd van minimaal een jaar; b. de leasemaatschappij heeft de bpm feitelijk afgedragen; c. het kenteken van de personenauto is op naam van de lessee gesteld; d. de leasemaatschappij berekent het verschil tussen de bpm bij de ingang en bij het einde van de overeenkomst in gelijke termijn door en vermeldt deze apart op de factuur.