Schatting omvang privégebruik auto

23 januari 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJNBA8594, BK-06/00087

Wanneer iemand niet voldoet aan de wettelijke verplichting om aangifte te doen kan de inspecteur ambtshalve een aanslag opleggen. Het niet voldoen aan de aangifteplicht heeft tot gevolg dat de bewijslast voor de onjuistheid van de aanslag wordt verzwaard. De belanghebbende kan niet volstaan met aannemelijk te maken dat de aanslag niet juist is, maar moet overtuigend bewijzen dat en in hoeverre de aanslag niet juist is. De aanslag mag niet willekeurig zijn vastgesteld, maar moet uitgaan van een redelijke schatting van de niet aangegeven inkomsten. De inspecteur ging bij het vaststellen van een aanslag uit van een geschat bedrag aan loon uit vroegere dienstbetrekking en bepaalde het privégebruik auto op een bedrag van € 5.000. Hij baseerde de bijtelling op een personenauto met een cataloguswaarde van € 20.000. De belanghebbende leverde met het bezwaarschrift alsnog het uitgereikte aangiftebiljet in. Daarin was aan privégebruik auto een bedrag van € 1.996 opgenomen, uitgaande van een catalogusprijs van € 9.980. De rechtbank maakte vervolgens een deel van de correcties ongedaan. Nadat de rechtbank uitspraak had gedaan vroeg de inspecteur bij de werkgever van de belanghebbende informatie op. In hoger beroep verstrekte de inspecteur de verkregen gegevens, waarmee hij volgens het Hof aannemelijk maakte dat de belanghebbende in 2002 gedurende 7,5 maanden een auto met een catalogusprijs van € 21.944 ter beschikking had en gedurende 4,5 maanden een auto met een catalogusprijs van € 9.980. De bijtelling moest dus € 4.363 zijn in plaats van € 5.000. De belanghebbende leverde geen tegenbewijs. Het Hof stelde het belastbare inkomen uit werk en woning vast op € 44.935.