14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AP0249 Zaaknr: 02/02792
Per 1 januari 1997 is het aanmerkelijk belangregime in de wet op de inkomstenbelasting ingrijpend gewijzigd. De wetswijziging per die datum werkt voor een aantal zaken terug tot 4 juni 1996. Als een aanmerkelijk belanghouder een vordering heeft op de vennootschap, waarvoor hij minder dan de nominale waarde heeft betaald, worden aflossingen op die vordering, die na 3 juni 1996 hebben plaatsgevonden, belast met inkomstenbelasting. Op grond van die regeling betrok de belastingdienst een overdracht van een vordering op een turbovennootschap door een DGA aan zijn beheermaatschappij, die in 1996 had plaatsgevonden, in de belastingheffing. De aandelen van de turbovennootschap had de DGA in het verleden voor ƒ 1 verkregen. De vordering van f 913.570 had hij voor f 74.999 verkregen. Aflossing had gedeeltelijk in 1996 en voor het restant in 1997 plaatsgevonden door verrekening in de rekening-courantverhouding. Volgens Hof Amsterdam had de aandeelhouder niet bewezen, dat de schuldovername voor 4 juni had plaatsgevonden. Daarom was er terecht rekening gehouden met aanmerkelijk belangwinst, zij het aanvankelijk voor een te groot bedrag en tegen een te laag tarief. De inspecteur had de nominale waarde van de vordering minus de verkrijgingsprijs in 1996 belast tegen het toen geldende tarief van 20%. Volgens het hof moest de vordering belast worden naar rato van het afgeloste deel tegen een tarief van 25%. Dat is het vanaf 1 januari 1997 geldende tarief voor aanmerkelijk belangwinst.