Sociale Zaken komt met uitleg begrip premiedagen werknemersverzekeringen

14 mei 2007 | Ministerie van Sociale Zaken | besluit | nr. SV/F&W/04/5689

In reactie op een tweetal uitspraken van de rechtbank in Rotterdam heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een besluit een uitleg gegeven van het begrip loondagen voor de sociale verzekeringen. De rechtbank was van oordeel dat de dagen waarover wel loon wordt ontvangen maar waarop niet is gewerkt niet in de premieheffing voor de werknemersverzekeringen betrokken kunnen worden. De eerste uitspraak van de rechtbank betrof de situatie waarin werknemers per periode van vier weken achtereenvolgens 14 dagen werkten en 14 dagen vrij waren. De tweede uitspraak betrof de doorbetaling over vakantiedagen. De rechtbank verwees in beide gevallen naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Die had al eerder geoordeeld, dat onder “dagen waarover de werknemer loon heeft genoten” moet worden verstaan “dagen waarop de werknemer tegen loon heeft gewerkt”. De uitspraken van de rechtbank hadden grote gevolgen kunnen hebben voor de premieheffing gezien de doorwerking naar vakantiedagen en ziektedagen. De minister van Sociale Zaken heeft daarop gereageerd met de volgende uitleg van het begrip loondagen. Als loondagen tellen de dagen:- waarop tegen loon wordt gewerkt of waarop de werknemer tegen loon beschikbaar is voor werkzaamheden; - waarop niet wordt gewerkt wegens een oorzaak die voor rekening van de werkgever is, zoals feestdagen, ziekte, zwangerschap of bevalling of vakantie maar wel loon wordt genoten; - waarop de werknemer normaal gesproken gewerkt zou hebben maar waarop hij geen werkzaamheden verricht en waarover de werkgever wel loon betaalt. Voorbeelden daarvan zijn ouderschapsverlof of schorsing van de werknemer;- dagen waarover een uitkering of toeslag uit de werknemersverzekeringen wordt genoten.De minister heeft volgens de wet een ruime bevoegdheid om nadere regels te stellen. Het besluit werkt terug tot 1 januari 1995. Volgens de minister kan dit rechtsgeldig, omdat geen sprake is van nieuwe regelgeving maar van uitleg van de bestaande regelgeving en hij daarmee binnen zijn bevoegdheid blijft. Het oordeel over de rechtsgeldigheid van die terugwerkende kracht is uiteindelijk aan de rechter.