14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AU8714, 05/2750
Een supermarktketen organiseerde een spel waarmee klanten gratis boodschappen konden winnen. De boodschappen waren artikelen die tot het normale assortiment behoorden en die door de gebruikelijke leveranciers gratis ter beschikking waren gesteld. In geschil was of de in rekening gebrachte omzetbelasting die betrekking had op ten behoeve van het spel betrokken goederen en diensten was uitgesloten van aftrek als voorbelasting. Daarvoor moest worden beoordeeld of sprake was van afzonderlijke prestaties of van een bijkomende prestatie die opging in de hoofdprestatie. Dat laatste is het geval wanneer deze voor de klant geen doel op zich vormen. De rechtbank Haarlem vond aannemelijk dat de modale consument het spel en de bijbehorende levering van gratis boodschappen beschouwde als prestaties die in het verlengde lagen en onderdeel vormden van de hoofdprestatie van de supermarkt, namelijk de levering van levensmiddelen. Dat betekende dat het spel het fiscale lot van de levering van levensmiddelen deelde. De supermarkt had recht op aftrek van de in rekening gebrachte omzetbelasting.