Staatssecretaris niet in cassatie tegen uitspraak over niet toerekenen fout adviseur

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | publicatie | 20070417

In een arrest van 1 december 2006 heeft de Hoge Raad bepaald dat opzet of grove schuld van een gemachtigde niet mag worden toegerekend aan de belastingplichtige. Dat was voordien anders. In voorkomende gevallen zal de inspecteur bewijs moeten leveren van opzet of grove schuld bij de belastingplichtige. Mede naar aanleiding van dat arrest heeft de staatssecretaris van Financiën besloten geen beroep in cassatie in te stellen tegen een uitspraak van Hof Den Haag. Die uitspraak had betrekking op het tegen de met de inspecteur gemaakte afspraken in toch ten laste van de winst brengen in de aangifte van een nageheven belastingbedrag. De accountant was daarvoor verantwoordelijk. Volgens de staatssecretaris viel de belastingplichtige niet te verwijten dat hij onzorgvuldig was geweest in de keuze van zijn accountant, maar wel dat hij geen enkele controle op diens werkzaamheden had toegepast. Of dat voldoende is voor grove schuld is echter een feitelijke kwestie die in cassatie niet aan de orde kan komen. Hof Den Haag was van oordeel dat de onzorgvuldigheid van de belastingplichtige niet zo ver ging dat van grove schuld sprake was.