Stakingsaftrek van toepassing op FOR bij geruisloze doorschuiving

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2004/1012M

De wet IB 2001 kent voor ondernemers een aantal faciliteiten om hun onderneming geruisloos, dat wil zeggen zonder heffing van inkomstenbelasting, door te schuiven. In die gevallen wordt de onderneming geacht niet te zijn beëindigd door de ondernemer, ondanks het doorsnijden van de banden tussen de ondernemer en de onderneming. Doorschuiving is mogelijk naar een BV of naar een andere ondernemer. Een door de ondernemer opgebouwde fiscale oudedagsreserve (FOR) moet door het beëindigen van de onderneming worden opgeheven. De fictie dat de onderneming niet geëindigd is, geldt niet voor de FOR. Dat betekent, dat over de opgebouwde FOR inkomstenbelasting betaald moet worden in het jaar van doorschuiving. Onder de wet IB 1964 kon de vrijstelling voor zogenaamde stakingswinst worden toegepast op de vrijval van de FOR. Onder de wet IB 2001 was niet duidelijk of dat mogelijk was. Vooruitlopend op een aangekondigde wetswijziging heeft de staatssecretaris van Financiën nu goedgekeurd, dat de stakingsaftrek mag worden toegepast op een verplichte vrijval van de FOR in geval van doorschuiving van de onderneming. De goedkeuring werkt terug tot 1 januari 2001.