Stichting die wetenschappelijk onderzoek verrichtte was BTW-ondernemer

14 mei 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AS4209, 02/00826

Een stichting hield zich bezig met wetenschappelijk onderzoek. De stichting stelde zich op het standpunt dat zij ondernemer was voor de omzetbelasting en uitsluitend belaste prestaties verrichtte. Daarom bracht zij alle haar in rekening gebrachte omzetbelasting in aftrek als voorbelasting. De belastingdienst was het daarmee niet eens en meende dat de stichting slechts ondernemer was voor zover zij toepassingsgericht onderzoek tegen vergoeding verrichtte. Daarom legde de inspecteur een naheffingsaanslag op voor 77% van de in aftrek gebrachte voorbelasting. Dat kwam overeen met het aandeel in de kosten voor het onderzoek dat de stichting niet als ondernemer verrichtte. Hof Arnhem was van oordeel dat de deelnemers in het onderzoek van de stichting belang bij de samenwerking met de stichting hadden en dat de stichting bij het fundamenteel-strategisch onderzoek economische belangen had ten opzichte van de deelnemers. De stichting was daarom ondernemer voor de omzetbelasting. De bijdragen die de stichting van de deelnemers ontving vormden volgens het Hof de vergoeding voor door haar verrichte diensten. Iedere deelnemer kreeg immers, afhankelijk van de samenwerkingsovereenkomst en de daarbij horende hoogte van de financiƫle bijdrage, bepaalde rechten waarvan hij gebruik kon maken. De ontvangen vergoedingen vielen onder de omzetbelasting zodat de stichting volledig recht had op aftrek van voorbelasting.