Stock appreciation right niet belast bij te gelde maken

14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AH9718 Zaaknr: 01/00952

Een werknemer ontving van de Duitse moedermaatschappij van zijn werkgever in 1994 zogenaamde stock appreciation rights. Op grond daarvan heeft hij recht op de waardestijging van het onderliggende aandeel vanaf een zeker moment. In 1995 heeft hij zijn deelname aan de regeling bevestigd. In 1996 en 1997 heeft hij bedragen ontvangen door gedeeltelijke verkoop van participaties. In geschil is of deze bedragen belast zijn. Naar het oordeel van het Hof is sprake van de verstrekking van loon in de vorm van een zelfstandig vermogensrecht, omdat voor het verkrijgen van opbrengst door de werknemer een handeling moet worden verricht en de betaling niet ten laste van de werkgever komt. Door de aanvaarding van de rechten in 1995 heeft verstrekking in 1995 plaatsgevonden. Bij toekenning zijn de rechten volledig bepaald; de uitoefening is gebonden aan een vaste termijn. Naar het oordeel van het Hof zijn de in 1996 en 1997 ontvangen bedragen niet belast. Het Hof spreekt zich niet uit over de belastbaarheid van de rechten in 1994 en/of 1995 en de mogelijkheid tot navordering over die jaren, omdat dat geen onderwerpen zijn die in een procedure over 1996 en 1997 aan de orde kunnen komen.