19 december 2003 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AO1278 Zaaknr: 02/04593
In een procedure over de verhoging, die is opgelegd bij een aantal navorderingsaanslagen inkomstenbelasting, is in geschil of de strafrechtelijke veroordeling van de adviseurs van de belastingplichtige wegens het opzettelijk doen van onjuiste aangiften verhindert dat aan hem een boete wordt opgelegd. Hof Amsterdam is van oordeel, dat een boete mag worden opgelegd omdat de belastingplichtige zelf niet strafrechtelijk is veroordeeld voor hetzelfde feit. De opzet van de adviseurs kan echter niet worden toegerekend aan de belastingplichtige. Die mocht vertrouwen op de goede naam en de expertise van de door hem ingeschakelde adviseurs, aan wie hij alle relevante informatie voor zijn aangiften had laten toekomen. Wel was de belastingplichtige onachtzaam door een oningevuld maar ondertekend aangiftebiljet in te leveren bij zijn adviseur en de aangifte niet te controleren. De opgelegde boetes worden verminderd van 50% verhoging tot 20% verhoging.