Systeemfout verhindert navordering

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AX6375,41128

Wanneer de Belastingdienst bij het vaststellen van een aanslag een zogenaamde schrijf- of typefout maakt kan deze worden hersteld door het opleggen van een navorderingsaanslag, ook al is er geen zogenaamd nieuw feit. Dat geldt niet als de fout het gevolg is van een bepaalde werkwijze waarvoor de Belastingdienst heeft gekozen. In een dergelijk geval zijn de gevolgen van de keuze voor die werkwijze voor rekening van de Belastingdienst. Voorbeelden zijn systeemfouten in de automatisering en fouten als gevolg van een onzorgvuldige werkwijze met beperkte controle. De vraag of er zich een schrijf- of typefout had voorgedaan was aan de orde in een procedure naar aanleiding van een navorderingsaanslag over het jaar waarin iemand zijn onderneming staakte. In zijn aangifte inkomstenbelasting had de voormalige ondernemer de vrijval van de door hem gevormde fiscale oudedagsreserve opgenomen. In de aanslag hield de inspecteur daarmee geen rekening. De inspecteur corrigeerde dat door het opleggen van een navorderingsaanslag. Volgens Hof Amsterdam was navordering toegestaan, omdat niet aannemelijk was dat de inspecteur een onjuist inzicht had in de feiten of het recht. De Hoge Raad vond het oordeel van het Hof onvoldoende gemotiveerd. De conclusie dat de aanslag anders is vastgesteld dan de inspecteur wilde volgt niet uit het feit dat uit de aangifte bleek dat de onderneming in 2000 was gestaakt en dat het vrijvallen van een fiscale oudedagsreserve een gevolg is van de staking van de onderneming. De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar Hof Den Haag.