Tarieftoepassing uitkering beleggingsinstelling na statusverlies

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AE5491 Zaaknr: 00/02019

Per 1 januari 1997 is de regeling van het aanmerkelijk belang in de wet op de inkomstenbelasting ingrijpend veranderd. Tegelijkertijd werd de bijzondere regeling in de vennootschapsbelasting voor beleggingsinstellingen aangepast. Een dergelijke instelling is vrijgesteld van vennootschapsbelasting, maar is verplicht haar winst uit te keren aan de aandeelhouders. Die winst is bij de aandeelhouders/natuurlijke personen progressief belast. In verband met de wijzigingen per 1 januari 1997 is de mogelijkheid geboden om de status van beleggingsinstelling op te geven en daarbij tegen een bijzonder tarief in de vennootschapsbelasting af te rekenen over gevormde reserves. De winst over de periode, waarin de vennootschap een beleggingsinstelling was, moet tegen progressief tarief belast worden. Andere winstuitkeringen aan aanmerkelijk belanghouders gaan tegen het bijzondere tarief van 25%. De wettelijke bepaling, die dit moet regelen is echter niet geheel duidelijk. Wanneer binnen 8 maanden na statusverlies dividend werd uitgekeerd, was volgens de wet het progressieve tarief van toepassing, ongeacht de herkomst van de uitgekeerde winst. De Hoge Raad heeft in een arrest uitgemaakt, dat die opvatting niet juist is. In deze uitspraak past het Hof dat arrest toe en vernietigt daarom de navorderingsaanslag.