10 juni 2003 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AI0317 Zaaknr: 02/5392 PV
Voor het parkeren van een aanhangwagen op een plaats waar parkeerbelasting moest worden betaald legde de gemeente een naheffingsaanslag op. Er werd een wielklem aangebracht en vervolgens werd de aanhanger afgevoerd naar een bewaarplaats. De gemeente probeerde de eigenaar van het wel en wee van zijn aanhangwagen op de hoogte te brengen door brieven te sturen naar zijn adres volgens de kentekenregistratie en volgens de gemeentelijke basisadministratie. Die brieven kwamen niet aan bij de eigenaar en zijn geretourneerd. De gemeente vernietigde vervolgens de aanhanger. Ongeveer drie jaar na het opleggen van de naheffingsaanslag kwam de eigenaar naar zijn zeggen achter het bestaan van die aanslag en diende een bezwaarschrift. Dat werd niet ontvankelijk verklaard. In de procedure voor Hof Amsterdam luidt het oordeel, dat dit ten onrechte is gebeurd. De eigenaar had uit de brieven van de gemeente, als hij die zou hebben ontvangen, niet kunnen opmaken dat een naheffingsaanslag parkeerbelasting was opgelegd. Volgens het Hof was het bezwaarschrift zo snel mogelijk na kennisname ingediend en dus tijdig. Dat gold ook voor het bezwaar tegen de kostenbeschikking, omdat de gemeente daarvan verklaarde dat deze niet aan de eigenaar was uitgereikt. Tijdens de zitting komt vast te staan, dat de aanhanger was gestolen en niet door de eigenaar was geparkeerd op de plaats, waar de gemeente hem aan had getroffen. De naheffingsaanslag was daarom ten onrechte aan de eigenaar opgelegd en is door het Hof vernietigd, evenals de kostenbeschikking. De vordering tot schadevergoeding wegens de vernietiging van de aanhanger wees het Hof af, omdat het aan de eigenaar zelf te wijten was, dat de brieven van de gemeente hem niet hadden bereikt door niet te zorgen, dat de juiste adresgegevens bij de gemeente bekend waren.