14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | DGB2005/150M
Bij de bepaling van de rendementsgrondslag van box 3 mag geen rekening gehouden worden met belastingschulden. Tijdige betaling voorkomt een hogere rendementsgrondslag. Wanneer iemand vóór 1 oktober schriftelijk heeft gevraagd om een (nadere) voorlopige aanslag mag hij ervan uitgaan, dat deze tijdig wordt opgelegd en dus voor 31 december kan worden betaald. De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit nu een goedkeuring gegeven voor het geval de inspecteur ondanks een tijdig verzoek de aanslag pas zo laat heeft vastgesteld, dat de belastingplichtige deze redelijkerwijs niet op 31 december kan hebben betaald. De desbetreffende belastingschuld mag per die datum toch als betaald worden beschouwd bij de berekening van de rendementsgrondslag in box 3, zodat dit bedrag in mindering komt op de bezittingen. Het in mindering te brengen bedrag mag niet hoger zijn dan het uiteindelijk verschuldigde en binnen de termijn betaalde bedrag. In voorkomende gevallen zullen vastgestelde aanslagen vanaf het belastingjaar 2001 op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige worden aangepast.