Tegenbewijsregeling afschrijving gebruikte auto BPM per 1 januari 2004

14 mei 2007 | Ministerie van Financiƫn | besluit | DGB2003/6752M; Stcrt. nr. 238

Bij de invoer van een gebruikte auto in Nederland moet BPM betaald worden. Die wordt bepaald aan de hand van een forfaitaire afschrijving, afhankelijk van het gebruik van de auto in maanden. Vooruitlopend op een wettelijke regeling die het mogelijk maakt om bij een hogere werkelijke afschrijving uit te gaan van een lagere BPM-bedrag keurt de staatssecretaris van Financien goed, dat als bij de eerste registratie in Nederland van een gebruikt motorrijtuig blijkt, dat het werkelijke afschrijvingspercentage hoger is dan het percentage volgens de tabel van de BPM, dit hogere afschrijvingspercentage wordt gebruikt om het verschuldigde BPM-bedrag te bepalen. Eerst moeten de catalogusprijs en het bruto BPM-bedrag bepaald worden. Daarna wordt de waarde van het gebruikte motorrijtuig vastgesteld. Het verschil tussen de historische nieuwprijs (consumentenprijs) in Nederland en de waarde gedeeld door de historische nieuwprijs is het werkelijke afschrijvingspercentage. Dit percentage kan vervolgens worden toegepast bij het bepalen van de verschuldigde BPM. De regeling gaat in per 1 januari 2004.