14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AU6864, AWB 05/1444
De belastingdienst legde aan een BV bij een naheffingsaanslag dividendbelasting een vergrijpboete op van € 3.164, omdat de dividendbelasting veel te laat was betaald. De BV had op 31 december 2002 onder inhouding van 25% dividendbelasting dividend uitgekeerd aan een Antilliaanse NV. De aangifte en de afdracht van de ingehouden dividendbelasting werden bijna twee jaar later gedaan, omdat de BV had gewacht op de afgifte van een woonplaatsverklaring, waardoor een lager tarief dividendbelasting van toepassing werd. De BV wist ten tijde van de dividenduitkering dat zij binnen één maand na die uitkering de verschuldigde dividendbelasting op aangifte moest afdragen. De rechtbank Breda was van oordeel dat de te late afdracht was te wijten aan grove schuld van de BV. De rechtbank vond niet van belang voor de hoogte van de boete dat de afgifte van een woonplaatsverklaring erg lang had geduurd.