14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AE6448 Zaaknr: BK 3/01
Onder de oude wet op de inkomstenbelasting werd voor deelname in een buitenlandse beleggingsinstelling een fictief rendement bij het inkomen geteld. Over dat fictieve rendement werd belasting betaald. De bedoeling van die wetsbepaling was te voorkomen, dat door tussenschakeling van een buitenlandse vennootschap belaste inkomsten als rente en dividend werden omgezet in onbelaste waardestijgingen van de aandelen in die vennootschap. Onder de huidige wet op de inkomstenbelasting heeft de bepaling zijn belang verloren, omdat dergelijke aandelen in box 3 vallen en daar verondersteld worden een rendement van 4% te halen. In een procedure voor Hof Leeuwarden kwam de vraag aan de orde of transacties op de termijnmarkt onder beleggingen of daarmee vergelijkbare activiteiten vallen. Volgens het Hof was dit geval.