Termijnverlenging aanslag alleen indien verlenen uitstel aangifte aannemelijk is

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AZ0529, 05/00369

De inspecteur heeft gedurende drie jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan de bevoegdheid om een aanslag op te leggen. De periode van drie jaren wordt verlengd met de duur van het voor het doen van aangifte verleende uitstel. De bevoegdheid om een aanslag inkomstenbelasting over het jaar 2000 vast te stellen verviel op 1 januari 2004. De inspecteur beriep zich op verlenging van de termijn tot 1 december 2004, omdat uitstel was verleend voor het doen van aangifte. Er stond vast dat de adviseur van de belanghebbende uitstel had gevraagd voor het indienen van de aangifte inkomstenbelasting voor het jaar 2000. De belanghebbende bestreed echter dat dit uitstel ook was verleend. In ieder geval was voor hem niet kenbaar dat het uitstel was verleend. De inspecteur maakte wel aannemelijk dat in de interne administratie van de Belastingdienst was vastgelegd dat de aangifte tot 1 maart 2002 kon worden ingediend, maar niet dat dit aan de belanghebbende was meegedeeld. Daarvoor is niet voldoende dat om uitstel is gevraagd en dat het gevraagde uitstel ook is gebruikt. Evenmin is voldoende dat bij het opleggen van de aanslag geen boete is opgelegd wegens het te laat doen van aangifte. Hof Amsterdam heeft daarom de aanslag vernietigd omdat deze onbevoegd was vastgesteld.