Terugvorderen WAZ-uitkering van DGA was terecht

14 mei 2007 | Centrale Raad van Beroep | jurisprudentie | LJN: AS5617, 02/5056 WAZ

De directeur/grootaandeelhouder (DGA) van een schildersbedrijf was vanwege rug-, knie- en heupklachten gedeeltelijk arbeidsongeschikt. In verband daarmee ontving hij een WAZ-uitkering. De DGA was sinds zijn arbeidsongeschiktheid gedeeltelijk blijven werken. Bij de vaststelling van de WAZ-uitkering was geen rekening gehouden met het inkomen uit de BV. Gezien de hoogte van dat inkomen had de DGA geen recht op een WAZ-uitkering. Nadat het UWV op de hoogte was gesteld van het salaris werd de WAZ-uitkering ingetrokken en werden de betaalde bedragen teruggevorderd. Naar het oordeel van de Centrale Raad van Beroep was dat terecht. Het standpunt van de DGA dat het salaris te hoog was in relatie tot de geleverde arbeidsprestatie en daarom gedeeltelijk buiten aanmerking zou moeten blijven wees de Centrale Raad van Beroep af. Als DGA kon hij zelf de hoogte van zijn salaris bepalen.Omdat de DGA wist of had kunnen weten dat zijn arbeidsinkomsten van invloed konden zijn op het recht op of de hoogte van de WAZ-uitkering was het terugvorderen van de eerder betaalde uitkering terecht.