29 mei 2009 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN BI3992, 08/00071
Een beroepschrift moet binnen zes weken na de dagtekening van de uitspraak op het bezwaar waartegen het beroep is gericht worden ingediend. Bij overschrijding van de termijn kan een beroepschrift niet-ontvankelijk worden verklaard. Dat gebeurt niet als het beroepschrift tijdig, dus vóór het verstrijken van de termijn van zes weken is gepost, en binnen een week na het verstrijken van de termijn door de rechtbank is ontvangen.
Een uitspraak op bezwaar was gedagtekend 15 juni 2005. De beroepstermijn begon dus op 16 juni en eindigde op 27 juli 2005. Het op 18 juli 2005 gedagtekende beroepschrift kwam bij de rechtbank binnen op 29 juli. Mits het beroepschrift uiterlijk op 27 juli 2005 was gepost, was het beroep ontvankelijk. De poststempel op de enveloppe was niet goed leesbaar. De datum zou zowel 26 als 28 juli 2005 kunnen zijn. De rechtbank ging ervan uit dat het beroepschrift niet vóór het verstrijken van de beroepstermijn was gepost en vond dat een onleesbaar poststempel voor risico van de belanghebbende diende te komen. Hof Arnhem deelde deze opvatting niet. Een poststempel met datum 28 juli 2005 sluit niet uit dat het beroepschrift de dag ervoor en dus op tijd is gepost. Omdat de datum van de poststempel ook 26 juli 2005 zou kunnen zijn en de dagtekening van het beroepschrift ruim vóór het verstrijken van de beroepstermijn lag, nam het Hof aan dat het beroepschrift tijdig was gepost en dus ontvankelijk was.