14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AT4364, 03/01672
Een belastingambtenaar die tijdelijk werd uitgezonden naar de Nederlandse Antillen hield zijn woning in Nederland aan. Hij verhuurde deze tijdelijk aan derden, tot op het moment waarop hij besloot op de Antillen te blijven wonen. Toen verkocht hij de woning. In geschil was of in het jaar 2001 sprake was van een eigen woning die tijdelijk werd verhuurd of dat de ambtenaar een ander hoofdverblijf had, waardoor de eigenwoningregeling niet kon worden toegepast. Het Hof was van oordeel dat de ambtenaar vanaf augustus 1998 op Curacao een nieuw hoofdverblijf had. Het Hof baseerde dat oordeel op het feit dat de ambtenaar met zijn echtgenote op Curacao in een huurwoning woonde en daar werkte. Verder hield het Hof rekening met de beoogde duur van de uitzending van drie jaar. De woning in Nederland was in 2001 niet langer het hoofdverblijf van de ambtenaar. De fiscale behandeling van de woning in eerdere jaren was door de wetswijziging per 1 januari 2001 niet meer van belang. Gevolg was, dat de woning en de hypotheekschuld in box 3 vielen.