14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AQ5853 Zaaknr: 01/00864
Een adviseur ontving voor een van zijn cliënten een aanmaning om aangifte te doen. Hij beweerde, dat hij deze op de laatste dag van de in de aanmaning gestelde termijn voor de indiening daarvan om 23.45 uur in de brievenbus van de rijksbelastingdienst heeft gedeponeerd. De inspecteur stelde, dat de aangifte pas twee weken later is ontvangen, terwijl de brievenbus in de tussenliggende periode regelmatig is geleegd. Volgens Hof Den Bosch heeft de adviseur ondanks de verklaring van zijn zoon als getuige niet aannemelijk gemaakt dat hij de aangifte tijdig in de brievenbus van de rijksbelastingdienst heeft gedeponeerd. Het hof vond niet aannemelijk dat de aangifte dertien dagen in de brievenbus van de rijksbelastingdienst was blijven liggen. Vanwege de te late indiening is terecht een boete opgelegd. Het hof was overigens van oordeel dat gezien de vele voorbehouden niet gezegd kan worden dat de wettelijk vereiste aangifte is gedaan.