Tijdstip overgang economische eigendom

10 augustus 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJNBB1363, 42287

Overdrachtsbelasting is verschuldigd bij de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken. Aandelen in een vennootschap die in onroerende zaken belegt worden onder voorwaarden aangemerkt als onroerende zaak. Bij de verkrijging van dergelijke aandelen kan overdrachtsbelasting verschuldigd zijn. De belastingdienst legde een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting op aan iemand aan wie bij een verkoop bij inschrijving alle aandelen in een dergelijke vennootschap waren gegund. De naheffingsaanslag was gebaseerd op het standpunt dat de belanghebbende op het tijdstip van gunning de economische eigendom verkreeg. Hof Den Bosch volgde het standpunt van de belastingdienst. Volgens het Hof verkreeg de belanghebbende op het tijdstip van gunning niet alleen het recht op levering van de aandelen, maar omvatte de gunning ook de overeenkomst van overdracht van de aandelen onder de voorwaarde van betaling door de koper. De opvatting van het Hof is volgens de Hoge Raad onjuist. Door de voorwaarde van betaling wordt de overdracht opgeschort tot aan de voorwaarde is voldaan. Zolang niet aan de voorwaarde is voldaan is er dus geen sprake van overdracht en evenmin van economische eigendom, ook al draagt de koper het risico van waardeverandering in de periode tussen de koopovereenkomst en de uitvoering daarvan. Weliswaar stond in de akte van levering dat de aandelen vanaf 1 januari 2001 voor rekening en risico van de koper kwamen, maar dat strookte niet met de inschrijvingsvoorwaarden, waarin stond dat het risico van de aandelen overging op het tijdstip van betaling. Volgens de Hoge Raad kan het afwijkende risicobeding in de leveringsakte niet tot gevolg hebben dat met terugwerkende kracht een eerder belastbaar feit ontstaat. De Hoge Raad heeft de uitspraak vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Arnhem. Hof Arnhem moet onderzoeken of op basis van de verdere argumenten van de inspecteur toch al bij de gunning de economische eigendom werd overgedragen. Parallel aan deze procedure liep een procedure over een door de inspecteur ter behoud van rechten aan de vennootschap waarvan de aandelen waren overgedragen opgelegde naheffingsaanslag. Deze was opgelegd voor het geval de rechter de aan de koper van de aandelen opgelegde naheffingsaanslag niet in stand zou laten. Hof Den Bosch vernietigde deze naheffingsaanslag. De Hoge Raad heeft ook deze uitspraak van het Hof vernietigd, omdat door de uitspraak in de andere procedure de grondslag voor de beslissing van het Hof is weggevallen.