Toelichtend besluit op beperking verliesverrekening na overdracht aandelen aangepast

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2003/1731M

In 2002 heeft de staatssecretaris van Financiën in een besluit een toelichting gegeven op de regeling, die de verrekening van verliezen in de vennootschapsbelasting beperkt na wijzigingen in het aandeelhouderschap. Dit besluit is nu herzien en met een aantal vragen uitgebreid. De mogelijkheid om geleden verliezen te verrekenen met latere winsten in de vennootschapsbelasting is in een aantal situaties beperkt. De regeling is per 1 januari 2001 veranderd. Verliezen zijn niet meer verrekenbaar met latere winsten, wanneer het uiteindelijke belang in de vennootschap met meer dan 30% is gewijzigd en de activiteiten zijn teruggebracht tot minder dan 30% van de oorspronkelijke. De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit een toelichting gegeven op de regeling, evenals een tegemoetkoming voor bepaalde gevallen waar de tekst van de wet leidt tot verdere consequenties dan wenselijk. De toelichting wordt gegeven aan de hand van vragen en antwoorden. In deze samenvatting is een aantal punten uit het besluit opgenomen. 1. Verliesverrekening is niet mogelijk bij een verandering in het uiteindelijke belang bij de vennootschap van meer dan 30%. Of sprake is van een wijziging in het uiteindelijke belang moet getoetst worden aan de feitelijke omstandigheden. Van een dergelijke verandering kan sprake zijn wanneer er meerdere aandeelhouders zijn, van wie enkele hun gewone aandelen omzetten in cumulatief preferente. De omzetting betekent een verschuiving van de belangen in de vennootschap.2. Terugkoop van de aandelen door de oorspronkelijke aandeelhouder(s) heeft niet tot gevolg, dat de oude verliezen, die door de eerdere verkoop niet meer verrekend konden worden, nu wel verrekenbaar zijn. De staatssecretaris geeft hierop een nadere toelichting. De zogenaamde aandeelhouderstoets, waarmee wordt gecontroleerd of er een belangenwijziging is geweest, wordt van jaar tot jaar uitgevoerd. De beperking van de verliesverrekening treedt op zodra er een wijziging is geweest, tenzij zich een van de in de wet genoemde uitzonderingen voordoet. Terugkoop is niet een van die uitzonderingen. Naar de mening van de staatssecretaris wordt de oorspronkelijke situatie vrijwel nooit hersteld. Als verliesverrekening mogelijk zou zijn leidt dat tot de ongewenste handel in verliesvennootschappen, omdat bij terugkoop de verkopende partij een hogere prijs kan bedingen. Met toepassing van de hardheidsclausule is de staatssecretaris bereid in uitzonderlijke gevallen van terugkoop verliesverrekening toe te staan. De verliesverrekening moet dan uitsluitend aan de oorspronkelijke aandeelhouders toekomen, zonder een compensatie hiervoor in de verkoopprijs. Verder mogen er geen latente winsten zijn ontstaan of ingebracht in de periode van het tussenliggende aandeelhouderschap.3. Wanneer het belang in een vennootschap in een aantal stappen wordt overgedragen kan het voorkomen, dat meerdere keren het uiteindelijke belang met meer dan 30% verandert. Een dergelijke verandering heeft geen gevolg voor de verliesverrekening, wanneer de aandeelhouder, wiens belang vergroot wordt, bij het eerste verliesjaar na de vorige verandering al een belang van 1/3 of meer had. De staatssecretaris geeft een tegemoetkoming voor de situatie, waarin iemand tussentijds de grens van 1/3 overschrijdt en er vervolgens weer een belangrijke aandeelhouderswijziging optreedt. In het oudste nog openstaande verliesjaar is dan niet voldaan aan de eis, dat het belang tenminste 1/3 moest bedragen als die drempel pas in de loop van het jaar is overschreden. Op grond van de goedkeuring zijn de verliezen van de jaren nadat deze drempel is overschreden en voor de verandering van het uiteindelijke belang met meer dan 30% dan wel verrekenbaar. Een verlies van het jaar waarin de drempel wordt overschreden valt niet onder de goedkeuring. 4. Of de beperking van de verliesverrekening van toepassing is hangt mede af van de activiteiten. Eerst moet bekeken worden of de activiteiten in omvang zijn verminderd tot minder dan 30% van de oorspronkelijke omvang. In geval van een fiscale eenheid geldt dit voor de gehele eenheid. Bestaan de activiteiten gedurende 3 maanden of meer in een jaar voor meer dan 50% uit beleggingen, dan is een verlies van dat jaar na een wijziging in het belang met meer dan 30% niet verrekenbaar. De beleggingstoets geldt naar de waarde in het economische verkeer. De periode van 3 maanden in een jaar hoeft niet aaneengesloten te zijn. Tot de beleggingen horen de niet bedrijfsgebonden liquide middelen.5. Op een interne verhanging van een vennootschap binnen een concern is de beperking van de verliesverrekening niet van toepassing, wel op een interne belangenwijziging.6. De beperking van de verliesverrekening geldt niet bij de uitbreiding van het belang door een aandeelhouder die al meer dan een derde deel van de aandelen had. Daarbij moet het uiteindelijke belang worden beoordeeld; niet het directe. In de situatie waarin het uiteindelijke belang onderdeel is van een huwelijksgoederengemeenschap en groter is dan 1/3 deel keurt de staatssecretaris goed dat deze aandelen tot een zelfde belang worden gerekend. De goedkeuring geldt niet voor echtgenoten die buiten gemeenschap van goederen zijn getrouwd. 7. Op het tijdstip van de belangenwijziging materieel aanwezige verliezen vallen onder de beperking van de verliesverrekening. Verliesverrekening is wel (gedeeltelijk) mogelijk door herwaardering van bedrijfsmiddelen tot maximaal de waarde in het economische verkeer.