14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2003/1777M
Chronisch zieken, die in een reeks van jaren recht gebruik maken van de aftrek van buitengewone uitgaven, hebben recht op toepassing van een vermenigvuldigingsfactor ter verhoging van de aftrek. De staatssecretaris van Financiën geeft in een besluit een toelichting op de aftrek in een tweetal situaties. 1. Een chronisch zieke belastingplichtige woont zelfstandig en geniet een uitkering. Zij claimt jaarlijks aftrek buitengewone uitgaven. In december 2002 trouwt zij en stopt haar uitkering. In 2003 zijn de gezamenlijke buitengewone uitgaven hoger dan de drempel. De man had niet eerder aftrek wegens buitengewone uitgaven. Hij mag bij de berekening van de gezamenlijke buitengewone uitgaven voor 2003 de door zijn echtgenote opgebouwde aftrek wegens chronische ziekte (1x) op zijn aangifte in aanmerking nemen. Hij heeft voor zichzelf voor 2003 geen recht op de aftrek wegens chronische ziekte, omdat bij hem over de voorafgaande kalenderjaren geen buitengewone uitgaven in aftrek zijn gekomen. Wel mag hij de vermenigvuldigingsfactor toepassen op zijn aangifte 2003.2. Een belastingplichtige overlijdt in december 2002. Hij was kostwinner; zijn partner had geen eigen inkomen. De belastingplichtige heeft jaarlijks de buitengewone uitgaven in aftrek gebracht. De achtergebleven partner krijgt met ingang van januari 2003 pensioen en betaalt in januari 2003 de kosten van het overlijden. Zij heeft kan de overlijdenskosten in aftrek brengen als buitengewone uitgaven in haar aangifte IB 2003. Ook heeft zij recht op de aftrek wegens chronische ziekte en mag zij de door haar partner opgebouwde vermenigvuldigingsfactor toepassen.