Toelichting Financien op spaarloonregeling

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2003/2058M

In een vraag- en antwoordbesluit geeft de staatssecretaris van Financien een toelichting op de spaarloonregeling. Het besluit is bedoeld om ongelijkheden in het uitvoeringsbeleid te voorkomen en gaat ondermeer in op de volgende punten. 1. Als de werkgever na de beëindiging van de dienstbetrekking nog loon uit tegenwoordige dienstbetrekking betaalt mag dat worden aangemerkt als spaarloon.2. Deelname aan de spaarloonregeling moet openstaan voor ten minste 75% van de werknemers van de inhoudingsplichtige. Bij de beoordeling van het 75%-criterium hoeft uitsluitend rekening te worden gehouden met de werknemers waarvoor de werkgever inhoudingsplichtig is.3. De inhoudingsplichtige heeft op de laatste salarisbetaling een bedrag aan spaarloon ingehouden van de werknemer. De storting van dit bedrag op de spaarloonrekening van de werknemer vindt pas plaats in het volgende jaar. Het spaarloon wordt toegerekend aan het moment van inhouding van de werknemer. Dat betekent dat de inhoudingsplichtige in de aangifte loonheffing over december 15% eindheffing moet opnemen. 4. Als de werknemer in strijd met de blokkeringsvoorschriften spaarloon opneemt is daarover loonbelasting verschuldigd. De eerder afgedragen eindheffing kan niet worden teruggegeven. Er is sprake van twee verschillende belastingplichtigen. 5. Deblokkering van spaarloon voor de aanschaf van een eigen woning is mogelijk. Als een recreatiewoning hoofdverblijf van de werknemer is voor de Wet IB 2001 geldt deze woning fiscaal als eigen woning. Een verbod op permanent bewoning is geen beletsel daarvoor.6. Deblokkering van spaarloon voor lijfrentepremies is uitsluitend toegestaan voor door de werknemer zelf verschuldigde premie. Deblokkering om de premies van zijn echtgenote te betalen is niet toegestaan. 7. Een werknemer heeft zijn spaarloontegoed omgezet in effecten. De effecten, die worden aangemerkt als spaarloon, kunnen bij een andere instelling in bewaring worden gegeven dan de instelling die het spaarloon administreert. 8. Deblokkering van spaarloon is mogelijk binnen zes maanden na de aanvang van ondernemingsactiviteiten. Niet van belang is of dit een eerste of een tweede onderneming is. Evenmin is van belang of de activiteiten in de vorm van een VOF of een eenmanszaak worden verricht. Deblokkering is niet mogelijk als geen activiteiten worden verricht, maar wel als achteraf blijkt dat geen winst is gemaakt met de activiteiten. Na ontvangst van de beschikking startende ondernemer is deblokkering mogelijk ook voor iedere andere besteding dan de onderneming.