Toelichting op eigen woningregeling in vraag- en antwoordbesluit

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2003/1846M

In een vraag- en antwoordbesluit geeft de staatssecretaris van Financiën een toelichting op de eigen woningregeling in de inkomstenbelasting. Het betreft de volgende onderwerpen:1. Voor het privé-gebruik van een ondernemingswoning door de ondernemer met een gebroken boekjaar moet het forfait naar tijdsgelang worden toegepast. De vraag betrof het boekjaar van 1 juli 2000 tot 30 juni 2001.2. Als de partner duurzaam in een AWBZ-instelling verblijft kan de achterblijvende toch de eigenwoningregeling toepassen. Fiscale partners kunnen er in een dergelijke situatie voor kiezen om niet als duurzaam gescheiden te worden aangemerkt. Vervolgens kiezen zij de woning als hoofdverblijf en kan de eigen woning waarde worden toegerekend aan beide partners in de gewenste verdeling.3. De staatssecretaris keurt goed, dat de leegstandsregeling bij verkoop van de eigen woning wordt toegepast in geval van echtscheiding, waarbij de woning eigendom is van de ex-echtgenoot, die na de scheiding niet in de woning is blijven wonen, mits aan de overige voorwaarden van de leegstandsregeling is voldaan. De leegstandsregeling houdt in, dat als de woning die hoofdverblijf was na het vertrek daaruit leeg staat in afwachting van verkoop, de eigen woningregeling kan worden toegepast tot uiterlijk het tweede jaar na het jaar van vertrek. Het volgende voorbeeld verduidelijkt dit: een echtpaar gaat op 1 juli 2001 duurzaam gescheiden leven. De vrouw verhuist. De woning is haar eigendom. De man blijft tot 1 maart 2003 in de woning wonen. Na zijn verhuizing wordt de woning te koop gezet en verkocht op 1 september 2003. Over de periode 1 maart 2003 tot 1 september 2003 is de eigenwoningregeling niet van toepassing. Tot 1 maart 2003 geldt voor de vrouw de scheidingsregeling. Die regeling geldt niet meer als de voormalige partner verhuist. Omdat niet is voldaan aan de eis dat de woning na het vertrek van de eigenaar uit de woning leeg staat (de ex-partner bleef er wonen) kan zonder goedkeuring de leegstandsregeling niet worden toegepast.4. De eigenwoningregeling kan ook van toepassing zijn op een woning in aanbouw in het buitenland.5. De eigenwoningregeling geldt niet wanneer erfgenamen de eigen woning van de erflater verkrijgen. Dat betekent, dat eventueel betaalde hypotheekrente tijdens een periode van leegstand voorafgaand aan verkoop niet in aftrek kan worden gebracht. Het arrest van de Hoge Raad, waarin een dergelijke woning als bron van inkomen werd aangemerkt heeft niet tot gevolg, dat daarmee voor de erfgenamen sprake is van een eigen woning. Daarvoor is nodig, dat de woning als hoofdverblijf dient.6. Bij verhuur van de eigen woning gedurende vakanties geldt de eigenwoningregeling. Het eigenwoningforfait is gedurende de verhuurperiode niet van toepassing; de hypotheekrente is wel aftrekbaar. Van de huuropbrengsten moet 75% worden aangegeven in box 1 als opbrengst van de eigen woning.