Toelichting op Technische Herstelwet 2003 naar Tweede Kamer

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | publicatie | WDB 2003-00522 U

In een brief aan de Tweede Kamer geeft de staatssecretaris van Financien een nadere toelichting op een drietal onderwerpen uit de Technische Herstelwet 2003. Het gaat om de wijziging bij de berekening van de lijfrentepremieaftrek, de aftrek van de kosten van de werkkamer en de mogelijke gevolgen voor de vermogensetikettering. Ten aanzien van de wijzigingen in de berekeningen van de lijfrentepremieaftrek wordt de met het oorspronkelijke amendement bedoelde tijdwinst bij de berekening bereiktdoor niet alleen uit te gaan van de pensioenopbouw van het voorafgaande jaar maar ook van de inkomensgegevens van dat jaar. De voorgestelde regeling geldt ook voor ondernemers zonder een pensioenregeling, doordat ook zij gebruik kunnen maken van de inkomensgegevens van het voorafgaande jaar. De staatssecretaris voorziet geen problemen voor ondernemers met sterk wisselende inkomens. Die kunnen worden opgevangen door toevoeging aan de FOR in jaren met hoge inkomens. De Kamer heeft een amendement ingediend op de voorgestelde regeling voor de werkkamer in de eigen woning. Daarmee wordt bereikt, dat aftrek van de kosten van de werkkamer voor ondernemers en resultaatgenieters ook mogelijk is als deze niet is afgescheiden van de rest van het woonhuis en de woning tot het privé-vermogen behoort, mits voldaan is aan het inkomenscriterium. De staatssecretaris vindt het amendement te ver gaan.Naar de mening van de staatssecretaris heeft de regeling voor de aftrek van kosten van de werkkamer geen invloed op de vermogensetikettering van de eigen woning en is geen sprake van een inbreuk op bestaande jurisprudentie.