Toepassing eindheffing bij te weinig inhouding

8 december 2006 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJNAW2181, 41160

Werkgevers zijn onder meer verplicht om op het loon dat zij aan hun werknemers betalen loonbelasting in te houden en aan de Belastingdienst af te dragen. De Belastingdienst legde een naheffingsaanslag loonbelasting op aan een werkgever die op de met zijn werknemers overeengekomen brutolonen wel bedragen had ingehouden maar niet had afgedragen. Volgens Hof Den Haag mocht in die situatie de eindheffingsregeling niet worden toegepast. De Hoge Raad was het met dat oordeel niet eens. De eindheffingsregeling is van toepassing wanneer de belastingdienst een naheffingsaanslag oplegt aan een werkgever over bestanddelen van het loon waarover de werkgever de verschuldigde belasting niet heeft betaald. Voor toepassing van de eindheffingsregeling is niet van belang of er al dan niet een bedrag aan loonbelasting is ingehouden. Volgens de werkgever mocht het anoniementarief niet worden toegepast wanneer de eindheffingsregeling werd toegepast. Het Hof was aan de behandeling van dat standpunt niet toegekomen omdat het Hof de eindheffingsregeling niet van toepassing achtte. De Hoge Raad is van oordeel dat de opvatting van de werkgever berust op een onjuiste rechtsopvatting. Een naheffingsaanslag met toepassing van de eindheffingsregeling moet worden opgelegd naar het tabeltarief. In deze situatie gold echter een bijzondere regeling die voor het tabeltarief een vast tarief van 52% in de plaats stelt. Op het door de werkgever gedane verzoek om de eindheffingsregeling niet toe te passen zal het verwijzingshof moeten beslissen. Daarbij is van belang of verhaal van de nageheven loonbelasting nog mogelijk is. Volgens de inspecteur is verhaal niet meer mogelijk, gelet op de omstandigheden waaronder de uitbetalingen aan buitenlandse werknemers hebben plaatsgevonden.