Toepassing herzieningsregeling aftrek BTW toegestaan bij aanpassing belaste verhuur

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AT5882, 36277

In een procedure van de gemeente Leusden die betrekking had op een aan haar over het tijdvak 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998 opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting heeft de Hoge Raad prejudiciƫle vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Die vragen hadden betrekking op het vertrouwensbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Volgens de gemeente waren die beginselen geschonden bij de wijziging in de Nederlandse omzetbelastingwetgeving met betrekking tot de verhuur van onroerende zaken. Het Hof van Justitie EG was van oordeel dat een lidstaat het recht heeft om de mogelijkheid om te kiezen voor belastingheffing over de verhuur van onroerende goederen af te schaffen, met als gevolg dat de eerdere aftrek van voorbelasting moet worden herzien.De afschaffing van het wettelijke kader waarvan een BTW-plichtige heeft geprofiteerd door minder belasting te betalen, zonder dat sprake is van misbruik, vormt naar het oordeel van het Hof van Justitie EG geen schending van op het gemeenschapsrecht gebaseerd gewettigd vertrouwen. Het beroep van de gemeente was ongegrond; de naheffingsaanslag bleef in stand.