24 november 2006 | Hof Leeuwarden | jurisprudentie | LJNAZ3156,BK 1033/04
De wet op de loonbelasting 1964 kent de mogelijkheid om op een arbeidsverhouding die geen dienstbetrekking is de regels voor een dienstbetrekking toe te passen. Deze regeling staat bekend als opting-in. Daarvoor moet een gezamenlijke verklaring van degene die uit de arbeidsverhouding een beloning geniet en de beoogde inhoudingsplichtige worden gestuurd naar de Belastingdienst. Volgens Hof Leeuwarden is met het ondertekenen en de toezending aan de inspecteur van een dergelijke verklaring voldaan aan de voor toepassing van de regeling gestelde voorwaarden. Voor deze verklaring is geen model voorgeschreven. De belanghebbende beriep zich op het bij vergissing ondertekend hebben van de verklaring. Dat beroep had geen effect. Volgens het Hof was er een onaantastbare rechtshandeling richting de inspecteur. De inspecteur mocht de tot hem gerichte verklaring van de belanghebbende en haar opdrachtgever opvatten als een keuze voor toepassing van alle regels voor de heffing van de loonbelasting, zowel ten voor- als ten nadele. De inspecteur hoefde het verzoek om de regeling te beƫindigen niet met terugwerkende kracht toe te kennen.