Toepassing ruilarresten bij terbeschikkingstelling

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2005/1041M

In een vraag- en antwoordbesluit geeft de staatssecretaris van Financiën een toelichting op de toepassing van de ruilarresten bij de terbeschikkingstelling van een vermogensbestanddeel.Toepassing van de ruilarresten is mogelijk in de situatie waarin de aandeelhouder van een BV een hem in privé behorend pand verhuurt aan de BV. De aandeelhouder ruilt dat pand tegen een ander pand. De BV als huurder van het pand stemt in met het beëindigen van de oude huurovereenkomst en sluit een huurovereenkomst voor het nieuwe pand. De aandeelhouder hoeft over de bij de ruil gerealiseerde boekwinst op het ter beschikking gestelde pand niet ineens belasting te betalen, maar kan belastingheffing met toepassing van de ruilarresten uitstellen. Toepassing van de ruilarresten is ook mogelijk als het pand niet wordt geruild maar door brand wordt verwoest. Het pand wordt herbouwd en de verzekeringsmaatschappij keert uit aan de aandeelhouder.Wel moet er nog steeds een feitelijke of juridische terbeschikkingstelling zijn en moet worden voldaan aan de voorwaarden voor toepassing van de ruilarresten. Bij een volledig tenietgaan van het pand eindigt de feitelijke terbeschikkingstelling, maar kan er nog wel sprake zijn van een juridische terbeschikkingstelling op grond van het huurrecht. Zolang partijen de huurovereenkomst namelijk niet hebben ontbonden, blijft het pand rechtens ter beschikking staan aan de BV.