14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AR2713; 38796
De wet op de inkomstenbelasting 1964 bevatte regels voor de toerekening van bepaalde inkomensbestanddelen van gehuwden voor het geval de belastingplichtige jonger was dan zijn echtgenote. Die bepalingen zijn volgens de Hoge Raad niet in strijd is met het in het Europese verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) en het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (IVBPR) neergelegde verbod op leeftijdsdiscriminatie. De op leeftijd gebaseerde toerekening van inkomensbestanddelen had niet als doel om de ene echtgenoot ten opzichte van de andere echtgenoot in een voordeliger of nadeliger fiscale positie te brengen.