Toetsing gewerkte uren kleine landbouwer voor zelfstandigenaftrek niet aan de hand van gegevens van

29 april 2004 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN-nummer: AP0296 Zaaknr: 02/00123

Iemand dreef naast zijn werk in dienstbetrekking een kleine agrarische onderneming. In zijn aangifte inkomstenbelasting 1998 claimde hij de zelfstandigenaftrek. De inspecteur weigerde deze aftrek omdat de ondernemer onvoldoende uren zou hebben besteed aan zijn onderneming. In de procedure voor Hof Arnhem stelde de inspecteur zich op het standpunt, dat er geen onderneming was maar dat sprake was van nevenactiviteiten. In dat geval bestaat er geen recht op zelfstandigenaftrek. Het hof was van oordeel, dat er wel sprake was van een onderneming, ondanks de geringe omvang in 1998. In eerdere en latere jaren waren er meer activiteiten. Gezien de uitvoerige specificatie van de gewerkte uren en de toelichting daarop kende het Hof de zelfstandigenaftrek toe. De theoretische urenberekening van de inspecteur was niet gebaseerd op kleinschalige en arbeidsintensieve bedrijven maar op de ervaringen in grote, efficiƫnte bedrijven. Een dergelijke berekening kon volgens het Hof niet worden toegepast op het bedrijf in kwestie.