14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN: AT4958, 03/01911
Iemand diende op 22 mei 2003 zijn bezwaarschrift in tegen een aanslag die was opgelegd met dagtekening 9 april 2003. De termijn voor het maken van bezwaar eindigde op 21 mei 2003. De belanghebbende stelde dat sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding, waardoor het bezwaarschrift ondanks de termijnoverschrijding toch ontvankelijk was.Hof Den Bosch overwoog dat de gemachtigde geen enkel verwijt trof voor de te late indiening, maar dat de belanghebbende door pas op de laatste dag van de bezwaartermijn contact op te nemen met zijn gemachtigde en pas na kantoortijd op deze dag de aanslag ter beoordeling naar zijn gemachtigde te sturen zijn rechten had verspeeld. Het enkele feit, dat de belanghebbende op Curaçao verbleef was in zoverre relevant, dat de belanghebbende rekening had moeten houden met het tijdsverschil tussen Nederland en Curaçao. Hij had de aanslag eerder aan de gemachtigde moeten zenden, zodat deze in de positie zou zijn geweest om tijdig bezwaar te maken. Als noodgreep had de belanghebbende zelf per fax pro forma bezwaar kunnen maken tegen de aanslag.De belanghebbende voerde geen andere reden aan voor het late moment waarop hij contact opnam met zijn gemachtigde dan de omstandigheid dat de post op Curaçao nogal eens met vertraging wordt bezorgd. Het Hof vond onvoldoende aannemelijk dat de belanghebbende niet in staat was tijdig bezwaar te maken. Het bezwaarschrift werd alsnog niet-ontvankelijk verklaard.