14 mei 2007 | Ministerie van Sociale Zaken | persbericht | 06/095; 06/026
De Eerste Kamer heeft het tweede deel van de aanpassing van de Werkloosheidswet (WW) aangenomen. Per 1 oktober 2006 gaat de maximale uitkeringsduur van de WW terug van vijf jaar naar drie jaar en twee maanden. Deze maximale duur geldt bij een arbeidsverleden van 38 jaar. De eerste twee maanden bedraagt de WW-uitkering 75 % van het loon. Vanaf de derde maand bedraagt de uitkering nog 70 % van het loon. Voor werknemers die niet aan de eis voldoen dat zij in minimaal vier van de laatste vijf kalenderjaren over minimaal 52 dagen loon hebben ontvangen, geldt een op het loon gebaseerde uitkering van drie maanden. De kortdurende uitkering was zes maanden.Voor het recht op WW heeft het niet langer consequenties dat een werknemer zich neerlegt bij zijn ontslag. Dit moet pro forma procedures, die alleen worden gevoerd om het recht op WW veilig te stellen, voorkomen. De WW-uitkering wordt bij verwijtbaar gedrag van de werknemer naar de werkgever alleen geweigerd als het gedrag een dringende reden voor ontslag is.Per 1 april jl. zijn de toegangseisen voor de WW verzwaard. Voor werknemers die werkloos worden als zij 50 jaar of ouder zijn komt er een aparte inkomensvoorziening, die aansluit op de WW. Het wetsvoorstel voor deze Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW) zal na de zomer bij de Tweede Kamer worden ingediend. Het gaat om een tijdelijke maatregel die in 2001 eindigt. De uitkering ligt op minimumniveau, maar degenen die daarvoor in aanmerking komen hoeven niet eerst hun vermogen aan te spreken. Als de eerste werkloosheidsdag na de 60ste verjaardag valt blijft het inkomen van de partner buiten beschouwing. De regeling is voorgesteld omdat het kabinet van mening is dat de arbeidsmarktpositie van oudere werknemers nog niet sterk genoeg is. De maatregel is tijdelijk omdat er naar verwachting op termijn meer werkgelegenheid voor ouderen komt.Voorwaarde voor een IOW-uitkering is een WW-uitkering met een duur van minimaal 6 maanden. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) zal de regeling uitvoeren. Ook voor de IOW geldt een sollicitatieplicht. Het UWV kan daarvan tijdelijke ontheffing verlenen.