Tweede naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting autohandelaar moest worden verminderd

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AS2229, BK 639/03

Een autohandelaar had wegens verbouwing van zijn bedrijfspand ruimtegebrek op zijn bedrijfsterrein. Hij plaatste daarom een deel van zijn handelsvoorraad op de openbare weg. Dat had tot gevolg, dat hem voor een auto twee naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting werden opgelegd. De eerste had betrekking op de periode van 12 maart 2002 tot en met 11 maart 2003 (datum controle) en de twee op de periode van 16 maart 2002 tot en met 15 maart 2003 (datum tweede controle). Bij de tweede naheffingsaanslag werd geen rekening gehouden met de belasting uit de eerdere naheffingsaanslag. Onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis en een arrest van de Hoge Raad was Hof Leeuwarden van oordeel, dat de tweede naheffingsaanslag moest worden verminderd. Deze mocht alleen betrekking hebben op de periode vanaf de eerste controle. De bij deze aanslag opgelegde boete moest op grond van beleid van de belastingdienst vervallen.