Tweede navorderingsaanslag berustte niet op nieuw feit

20 september 2006 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AZ0508, 05/00228

Nadat de inspecteur aanvankelijk de aangifte vennootschapsbelasting van een BV had gevolgd bij het opleggen van de aanslag, legde hij een navorderingsaanslag op ter correctie van een onterecht toegepaste verrekening van een verlies uit oude jaren. Kort daarop volgde een tweede navorderingsaanslag waarbij enkele correcties werden doorgevoerd die waren gebaseerd op de bevindingen van de belastingdienst bij een uitgevoerde controle. De vraag was of de inspecteur bevoegd was om de (tweede) navorderingsaanslag op te leggen. Daarvoor moest hij beschikken over een nieuw feit, met andere woorden een feit dat hem ten tijde van het opleggen van de eerste navorderingsaanslag nog niet bekend was. Hof Amsterdam oordeelde dat de inspecteur niet bevoegd was om de tweede navorderingsaanslag op te leggen. De inspecteur was op het moment waarop hij de eerste navorderingsaanslag oplegde al in het bezit van het controlerapport waarop de tweede navorderingsaanslag was gebaseerd. Volgens het Hof verzuimde de inspecteur bij het opleggen van de eerste navorderingsaanslag het belastbaar bedrag in overeenstemming te brengen met de conclusie uit het controlerapport. Een dergelijk verzuim is geen schrijf- of typefout. Het Hof heeft de navorderingsaanslag vernietigd.