Tweede nota van wijziging Overige Fiscale Maatregelen 2004: filminvesteringsaftrek en willekeurige a

28 oktober 2003 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | AFP 2003-00765 M;29035

Voor het wetsvoorstel dat bekend is onder de naam Overige Fiscale Maatregelen 2004 is een tweede nota van wijziging ingediend. De wijzigingen betreffen onder meer de reparatie in de accijnswetgeving van een onlangs door de Hoge Raad in een arrest vastgestelde tekortkoming. Volgens de Hoge Raad ontbreekt de rechtsgrond voor naheffing van accijns voor het geval waarin tijdens het vervoer van accijnsgoederen van een andere lidstaat naar Nederland onregelmatigheden zijn geconstateerd. Voorgesteld wordt om voor dergelijke situaties specifieke bepalingen op te nemen met betrekking tot het belastbare feit, de belastingplichtige, het tijdstip waarop de accijns wordt verschuldigd, en de plicht tot het op aangifte voldoen van de accijns. Zij treden in werking met ingang van 1 januari 2004. De regulerende energiebelasting (REB) kent een teruggavebepaling voor non-profitinstellingen. Deze wordt gewijzigd omdat instellingen, die niet algemeen nut beogend zijn, maar wel een sociaal belang behartigen en nagenoeg uitsluitend gebruik maken van vrijwilligers, in de praktijk geen gebruik maken van de mogelijkheid om gelijkgesteld te worden met algemeen nut beogende instellingen. Door de voorgestelde wijziging is geen aanwijzing nodig als de voorwaarden wordt voldaan. De in een ministeriële regeling te stellen aanvullende voorwaarden zullen onder meer betreffen dat de werkzaamheden nagenoeg geheel worden verricht door natuurlijke personen om niet of naar een loon dat in belangrijke mate lager is dan hetgeen in het economische verkeer gebruikelijk is. Voor de invulling van het begrip sociaal belang wordt voorlopig geen beperking opgenomen. Dit betekent dat jeugdwerk, welzijnswerk, maatschappelijke hulpverlening als sociaal belang kwalificeren, maar overige vergelijkbare activiteiten niet diskwalificeren. Deze wijziging treedt in werking met ingang van 1 januari 2004 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2003. Ter uitvoering van een door de Kamer aanvaarde motie wordt de regeling voor de filminvesteringsaftrek en de willekeurige afschrijving film verlengd tot 1 januari 2005. De financiering wordt gevonden binnen het budget 2003 voorzover dit nog ruimte biedt. Dat betekent, dat voortbrengingskosten van films gemaakt in het kalenderjaar 2004 in aanmerking komen voor filminvesteringsaftrek en willekeurige afschrijving, mits de Minister van Economische Zaken een verklaring afgeeft dat toekenning van de filminvesteringsaftrek past binnen het hiervoor in de begroting 2003 opgenomen bedrag. Dat betekent dat de aanvraag voor de verklaring moet zijn gedaan in 2003.