27 april 2007 | Ministerie van Financiën | publicatie | DGB 2007-02160
De staatssecretaris van Financiën heeft in een brief aan de Tweede Kamer een uiteenzetting gegeven over de vrijwilligersregeling. Vanwege het maatschappelijke belang van vrijwilligerswerk is in het Belastingplan 2006 de onbelast te ontvangen vergoeding verhoogd tot € 1500 per jaar en tot maximaal € 150 per maand. Er is sprake van vrijwilligerswerk als de vergoeding niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het verrichte werk. Als er een marktconforme beloning wordt gegeven is geen sprake van vrijwilligerswerk. De Belastingdienst neemt als standpunt in dat een vergoeding van ten hoogste € 4,50 per uur geen marktconforme beloning is. Dit bedrag komt overeen met 80% van het wettelijke minimum uurloon. Het noemen van een uurbedrag betekent niet dat vrijwilligersorganisaties een urenadministratie moeten bijhouden. In de meeste gevallen ontvangen vrijwilligers geen enkele vergoeding of krijgen zij een vergoeding voor gedeclareerde kosten. In die gevallen waarin vrijwilligers een vergoeding voor hun werkzaamheden krijgen kan meestal eenvoudig worden vastgesteld dat sprake is van een niet-marktconforme vergoeding. Wanneer de vrijwilligersorganisatie een beloning per uur betaalt zal men willen vastleggen aan welke personen bepaalde vergoedingen zijn betaald. In de verhouding tot de Belastingdienst moet desgevraagd aannemelijk gemaakt worden dat de vergoeding niet hoger is dan € 4,50 per uur. Daarbij geldt de vrije bewijsleer, dat wil zeggen dat er geen beperkingen gesteld worden aan de aard van de bewijsmiddelen. Een urenadministratie is dus niet noodzakelijk.