14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AY4182, AWB 05/3716 OB
De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is wettelijk vastgesteld op zes weken. Wordt een bezwaarschrift na afloop van deze termijn ingediend dan is het niet ontvankelijk, tenzij de indiener door omstandigheden niet in verzuim is geweest. Een ondernemer die eind oktober 2004 bezwaar maakte tegen zijn eigen aangifte omzetbelasting over het laatste kwartaal van 2003 was het niet eens met de niet-ontvankelijkverklaring. Zijn bezwaar had betrekking op het niet verrekenen van de omzetbelasting op de aankoop van een woning. De rechtbank Den Haag was, anders dan de ondernemer, van oordeel dat de beslissing van het Hof van Justitie EG in de zaak Charles en Charles-Tijmens niet tot gevolg had dat overschrijding van de bezwaartermijn in dit geval moest worden toegestaan. In dit arrest oordeelde het Hof van Justitie EG dat de Nederlandse methode van verrekening van omzetbelasting bij gedeeltelijk zakelijk gebruik niet juist was. Volgens de rechtbank is het beginsel van de formele rechtskracht (door het laten verstrijken van de bezwaartermijn is de aangifte onherroepelijk geworden) niet in strijd met het gemeenschapsrecht. De rechtbank verwees daartoe naar een arrest van de Hoge Raad uit 2001.