Uitspraak vernietigd wegens onterechte afwijzing aanbod getuigenbewijs

14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AR4374, 40269

Een NV betaalde de facturen, die zij had ontvangen van een BV, niet. De NV ging vervolgens failliet. De BV verzocht om teruggaaf van de afgedragen BTW, omdat de vordering die zij had op de NV, niet werd betaald. Hof Arnhem was van oordeel, dat er geen aanleiding voor teruggaaf was, omdat er een vorm van compensatie was overeengekomen tussen de BV en de NV. Die overeenkomst hield in, dat de openstaande facturen als voldaan zouden worden aangemerkt, als de NV de lening, die zij aan een derde had verstrekt, als niet meer openstaand zou aanmerken. Daardoor was er geen situatie waarin de vergoeding niet is voldaan en ontvangen, aldus het Hof. De BV had ter zitting aangeboden om door middel van getuigen het bewijs te leveren van haar stelling dat er geen sprake was "compensatie". Het Hof wees dat aanbod zonder nadere redengeving af. Dat had het Hof niet mogen doen, omdat de getuigenissen mogelijk tot een ander oordeel zouden hebben geleid met betrekking tot de vraag of de schuld van de NV aan de BV was verrekend met de vordering van de NV op de derde. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak verwezen naar Hof Den Bosch.