UWV moet zich conformeren aan standpunt fiscus inzake dienstbetrekking

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN-nummer: AP0138 Zaaknr: AWB 03/2054

Iemand werkte voor een opdrachtgever. Volgens het UWV was er sprake van een dienstbetrekking en dus van verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen. Op 12 december 2002 heeft de belastingdienst aan de werknemer een verklaring arbeidsrelatie (VAR) afgegeven, waarin hij voor zijn werkzaamheden als zelfstandige wordt aangemerkt. Vervolgens vroeg hij aan het UWV om herziening van de eerdere beslissing, waarin hij als werknemer werd aangemerkt. In het rapport van het UWV betreffende het onderzoek bij de opdrachtgever wordt opgemerkt, dat volgens de beleidsregels UWV en de fiscus hetzelfde standpunt dienen in te nemen. Als de fiscus vindt dat er geen sprake is van loonbelastingplicht, dan moeten fiscus en UWV overleggen om tot een eensluidend standpunt te komen. De opdrachtgever heeft het UWV een brief van de belastingdienst toegestuurd. De belastingdienst stelt zich daarin op het standpunt dat met ingang van 12 december 2002 geen sprake meer is van een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Volgens de rechtbank had het UWV de brief van de opdrachtgever moeten opvatten als een verzoek om met de Belastingdienst tot een eensluidend standpunt te komen over de verzekeringsplicht. Het beroep van het UWV op een eigen bevoegdheid om een standpunt in te nemen in afwijking van het standpunt van de Belastingdienst wordt verworpen. Dat is in tegenspraak met het rapport van het UWV en betekent dat een verzoek om een eensluidend standpunt feitelijk zinloos zou zijn. De rechtbank heeft de bestreden beslissing vernietigd en heeft het UWV opgedragen een nieuwe beschikking te geven.